Waaruit bestaat een lijstdefinitie?
basisinstellingen voor de printer
De volgorde van verwerking: items en R-series
GENEREREN LIJSTEN: “Onderhoud lijstdefinities” (MaSlys)
Het genereren van een lijst in grote lijnen
De start en tabblad “Andere lijstdefinities”
startend met een bestaande lijstdefinitie van uzelf
startend met een “vreemde” lijstdefinitie
Tabblad “Items”: onderhoud van de items binnen een lijstdefinitie
pijltjes naar boven en naar beneden om items te verplaatsen
Item: rubriek, constante, teller of functie
Automatisch 1 spatie NA elke rubriek
Aanvinken meerdere rubrieken in één keer
Len/Beg (= lengte / beginpositie)
Spatie tussen 4e en 5e positie (postcode)
Item verwerken tot eerste spatie
Verwerk rubrieknaam i.p.v. inhoud rubriek
Item = naam op te starten programma
Item = parameters op te starten programma
AFDRUKKEN LIJSTEN: “Overzichten met behulp van lijstdefinitie” (PrLyst)
Het vervaardigen van overzichten van relaties binnen ORIfin gebeurt met behulp van de lijstgenerator. Met dat onderdeel kunt u lijsten definiëren (ook wel genereren genoemd) en met behulp van die lijstdefinities lijsten afdrukken.
Lijsten kunnen eventueel worden gerangschikt naar categorieën. Voorbeelden van categorieën: “Leerlingen”, “Etiketten”, “Externe lijsten”, enz. Elke lijst kan onder meerdere categorieën vallen.
In deze beschrijving wordt vaak gesproken over “printen” en “afdrukken”. In al deze gevallen moet u het zo lezen dat de uitvoer eventueel ook naar het scherm gestuurd kan worden of naar een bestand weggeschreven kan worden. Zie hiervoor de beschrijving “Printen in ORIfin”.
Waaruit bestaat een lijstdefinitie?
Een lijstdefinitie bestaat uit:
Rubrieken, constanten, tel-velden en functies gegroepeerd per R-serie.
Welke gegevens moeten er bovenaan elk blad worden geprint?
basisinstellingen voor de printer
Welk lettertype en -grootte, welke kleur, vet printen, cursief printen, enz.
Een item kan zijn:
De opbouw van de database relaties is vastgelegd in een database-beschrijving. Elke relatierubriek heeft daarbij een volgnummer waardoor die rubriek wordt geïdentificeerd. Dat rubrieknummer wordt gebruikt om in de lijstgenerator aan te geven dat u die rubriek afgedrukt of op een andere manier verwerkt wilt hebben.
- voorbeeld: “203" = Postcode bezoekadres
In een lijst kan het vaak voorkomen dat u een bepaalde vaste tekst, oftewel een constante wilt afdrukken. Ook heeft u constanten nodig als u vergelijkingen wilt uitvoeren binnen de lijstgenerator tussen een relatie-rubriek en een vaste tekst.
- voorbeeld: “J = De update is retour”
Elk item kan in één of meer tellers worden geteld. Het tellen van de inhoud van een item vindt eenvoudig plaats door de aanwezige cijfers in dat item achter elkaar te plaatsen en dat als te verwerken getal te beschouwen.
Tellers kunnen zelf ook weer als item worden verwerkt, dus kunnen ze op allerlei manieren worden afgedrukt en ook weer in andere tellers worden geteld.
Elke teller kan in een lijstdefinitie een naam krijgen om de definitie te verduidelijken. Voorbeeld: “Teller-1 = Aantal leerlingen”.
- voorbeeld: “7 - Relatie-teller”
Naast informatie die afgedrukt moet worden zijn er vaak andere gegevens nodig om exact aan te geven hoe een lijst er uit moet komen te zien. Dat kan een opgave van een lettertype zijn, een formaat van een datum, enz. Al deze dingen worden “functies” genoemd.
- voorbeeld: “Datumformaat = yyyy MMM dd”
Items zijn gegroepeerd per R-serie. Een R-serie is een verzameling van items die op de lijst één geheel vormen, zoals alle rubrieken van een relatie die op 1 regel komen en alle items die daar mee te maken hebben. (Zoals constanten die nodig zijn voor vergelijkingen.)
➔ Hoewel het niet volledig de lading dekt, wordt een R-serie ook wel “(print)regel” genoemd. In de meeste gevallen komen beide termen wel op hetzelfde neer.
De volgorde van verwerking: items en R-series
Zodra u een lijst heeft gegenereerd en uit gaat voeren wordt gebruik gemaakt van een selectiebestand relaties. Bij elke ingelezen relatie wordt dan gekeken welke bewerkingen uitgevoerd moeten worden. Daarbij wordt de lijst met items net zo vaak doorlopen als er rubriekseries zijn. De belangrijkste volgorde in de verwerking is dus het nummer van de rubriekserie en binnen die rubriekserie de volgorde van het item binnen de tabel.
Naast de bewerkingen per relatie kunt u een éénmalige bewerking opgeven die uitgevoerd moeten worden voordat de eerste relatie wordt ingelezen (de “voor-bewerking”) en een éénmalige bewerking die uitgevoerd moeten worden nadat de laatste relatie is verwerkt (de “na-bewerking”).
Schematisch ziet de volgorde van verwerking er als volgt uit:
1x per lijst Voor-bewerking |
Loop alle R-series door van 1 tot en met 399. Verwerk de items waarbij staat aangegeven “Voor-bewerking” |
1x per relatie Gewone verwerking |
Loop alle R-series door van 1 tot en met 399. Verwerk de items waarbij staat aangegeven “Gewone verwerking” |
1x per lijst Na-bewerking |
Loop alle R-series door van 1 tot en met 399. Verwerk de items waarbij staat aangegeven “Na-bewerking” |
➔ De “gewone” bewerking wordt dus net zo vaak doorlopen als er relaties in de selectie voorkomen.
➔ Bij elke soort bewerking (dus voor-, gewone en na-bewerking) wordt de lijst met items 399x doorgelezen om te kijken of er voor de rubriekserie met dat nummer bewerkingen aanwezig zijn.
➔ Het is mogelijk om de volgorde van verwerking van R-series te beïnvloeden door te “springen” van de ene R-serie naar de andere.
Het kan gebeuren dat u gegevens op de lijst wilt afdrukken afhankelijk van bepaalde voorwaarden. Bijvoorbeeld: u wilt de naam van een rubriek alleen afdrukken als de rubriek gevuld is.
Wat u in feite wilt is:
een bewerking uitvoeren al naar gelang een vergelijking wel of niet op gaat
Deze bewerkingen moet u in de lijstgenerator in twee stappen doen:
stap 1: het vergelijken met als resultaat het aan- of uitzetten van een schakelaar
stap 2: de bewerking uitvoeren al naar gelang de schakelaar aan of uit staat
Een voordeel van dat methode is dat u elke vergelijking altijd maar 1x uit hoeft te voeren.
Vindt u de werking met schakelaars wat ingewikkeld, denk dan aan de volgende vergelijking. Als u ‘s nachts wat moet zoeken, doet u eerst het licht aan. Oftewel: als u het licht aan doet, kunt u gaan zoeken. Moet u nou drie verschillende dingen zoeken, dan is het niet verstandig om 3x het licht aan en uit te doen om die drie dingen te zoeken: u doet dan 1x het licht aan en gaat achter elkaar op zoek naar de drie dingen. Zo werkt ORIfin dus ook: 1x de schakelaar aanzetten en dan, als die schakelaar aan is gezet, alles doen wat nodig is.
In elke lijstdefinitie kunt u werken met maximaal 99 schakelaars met de namen “Schakelaar-01" tot en met “Schakelaar-99". Verderop in deze beschrijving kunt u lezen hoe u deze schakelaars een logische naam kunt geven om de definitie leesbaarder te maken.
Hoe meer lijstdefinities u maakt, hoe meer behoefte er zal zijn om de definities te catalogiseren. Allereerst is er dan behoefte om een simpel overzicht te hebben van alle lijstdefinities onder elkaar. Daarnaast is het handig om lijstdefinities per trefwoord op te kunnen roepen. Dat kan binnen ORIfin met behulp van de lijstdefinitie-categorieën.
Een lijstdefinitie kan onder meer dan één categorie vallen. Zo zou een lijstdefinitie die een bestand aanmaakt van debiteuren om door te geven aan Word de trefwoorden kunnen hebben: “debiteuren” en “Word”. Oftewel: deze lijstdefinitie valt onder de categorieën “debiteuren” en “Word”.
Net zoals bij alle tabellen zijn voor de lijstdefinitie-categorieën drie programma’s beschikbaar:
- onderhoud lijstdefinitie-categorieën
- overzicht / lijst lijstdefinitie-categorieën
- zoeken lijstdefinitie-categorieën
De lijstdefinities en de lijstcategorie-bestanden worden opgeslagen in een aparte map die boven de administraties hangt. Dat wil zeggen dat er geen aparte serie lijstdefinities is per administratie.
Een lijstdefinitie heeft als bestandsnaam B_LnnnTm.ORI, waarbij mnnn het lijstnummer is. (De m staat dus voor de duizendtallen.) Voorbeeld: de lijstdefinitie met nummer 1234 wordt opgeslagen onder de naam B_L234T1.Ori. De definities zijn tekstbestanden die eventueel ook met een teksteditor kunnen worden aangepast. Denk er dan echter wel aan dat de nodige controles op die manier ontbreken en dat er dan dus wel een onvoorspelbare resultaten kunnen optreden.
Het programma “Overzicht inhoud lijstdefinitie en overzicht lijstdefinities” heeft, zoals de benaming al aangeeft, twee verschillende taken:
Deze mogelijkheid geeft een lijstdefinitie in lijstvorm weer met keywords en parameters. Als u wat vaker met de lijstgenerator werkt, is het verstandig om eens zo’n overzicht te draaien. Op die manier komt u meer te weten over de interne opbouw van de lijstgenerator.
Deze mogelijkheid geeft een overzicht van lijstdefinities, eventueel geselecteerd op lijstdefinitie-categorieën.
GENEREREN LIJSTEN: “Onderhoud lijstdefinities” (MaSlys)
Met behulp van het programma “Onderhoud lijstdefinities” kunnen nieuwe lijstdefinities worden gemaakt en bestaande definities worden aangepast. Ook kunnen “vreemde” lijstdefinities (lijstdefinities afkomstig van andere klanten of van de makers van ORIfin) worden ingelezen en weg worden geschreven als eigen definities.
De beschrijving van dit programma valt uiteen in de volgende delen:
- het genereren van een lijst in grote lijnen
- het specificeren van een item
Het genereren van een lijst in grote lijnen
De start en tabblad “Andere lijstdefinities”
U kunt met “niets” beginnen, maar in de meeste gevallen zult u lijsten gaan maken die enigszins lijken op andere lijsten, ook al zou de enige overeenkomst zijn dat alle lijsten uitgaan van relatiegegevens. De bestaande lijstdefinitie kan er een zijn die al in uw systeem bekend is OF een definitie die nog ingelezen moet worden en die afkomstig is van een andere klant of van de ORIfin-makers.
ORIfin wordt opgeleverd met enkele bestaande lijstdefinities. Deze zijn ook in uw systeem bekend. Het kan echter zijn dat via een update nieuwe lijstdefinities binnenkomen. Dat zijn zogenaamd “vreemde” lijstdefinities die nog niet bekend zijn binnen uw systeem.
In alle gevallen begint u een nieuwe lijstdefinitie door een nieuw nummer op te geven achter “Lijstdefinitie” en te klikken op de toets “Toevoegen”. Daarna kunt u op drie manieren verder gaan:
U zult alleen gegevens toevoegen en niet, zoals bij onderstaande twee manieren, gegevens wijzigen of verwijderen.
- startend met een bestaande lijstdefinitie van uzelf
Ga onderaan naar tabblad “9 - Andere lijstdefinities” en zoek bij “Onderstaande lijstdefinitie inlezen” naar de definitie waar u van uit wilt gaan. Kies dan voor “Lees in” en negeer de waarschuwing. U kunt nu gegevens aan de lijst toevoegen en bestaande gegevens wijzigen of verwijderen.
- startend met een “vreemde” lijstdefinitie
Ga onderaan naar tabblad “9 - Andere lijstdefinities” en zoek bij “Lijstdefinitie ‘van buiten’ inlezen” naar de definitie die u wilt inlezen. Kies dan voor “Lees in” en negeer de waarschuwing. U kunt nu gegevens aan de lijst toevoegen en bestaande gegevens wijzigen of verwijderen.
Nadat u op de één van de hiervoor genoemde manieren een start heeft gemaakt, gaat u de lijst echt definiëren. U moet daarvoor gebruik maken van de mogelijkheden die zich bevinden onder de tabbladen onderaan het scherm. Hierna worden deze tabbladen één voor één beschreven in de volgorde waarin ze nodig kunnen zijn.
Het enige tabblad waar u zeker iets moet doen om een definitie te maken is het tabblad “Items”. Andere tabbladen die nodig kunnen zijn om de lijst er goed uit te laten zien zijn de tabbladen “Basisinstellingen”, “Papieropschuiving” en “Kopregels”. De mogelijkheden van tabblad “Overige lijstdefinities” zijn hiervoor al genoemd onder het kopje “De start”. De mogelijkheden onder de overige tabbladen hebben niets van doen met de uitvoering van de lijst, maar zijn er om de lijst of lijstdefinitie toegankelijker te maken.
Tabblad “Items”: onderhoud van de items binnen een lijstdefinitie
Op tabblad “Items” vindt u de tabel met items waaruit de lijstdefinitie bestaat. Om de tabel aan te passen heeft u de volgende mogelijkheden:
Kies hiervoor als u een nieuw item wilt invoegen voor het item wat in de tabel actief is. Verderop worden de mogelijkheden beschreven die u dan in het midden van het scherm krijgt aangeboden.
Kies hiervoor als u een nieuw item aan het eind van de tabel wilt toevoegen. De bewerking is daarna gelijk aan “nieuw item INvoegen”.
- verwijder geselecteerde items
Selecteer op de bekende manier één of meer items in de tabel en klik dan op deze toets als u de items wilt verwijderen. Het programma vraagt om bevestiging. Als u meer dan één item ineens gaat verwijderen, vraagt het programma per item of u dat echt wilt doen.
Selecteer een item in de tabel en klik op “Wijzig gesel. item”. De bewerking is daarna gelijk aan “nieuw item INvoegen” en “nieuw item TOEvoegen”.
- pijltjes naar boven en naar beneden om items te verplaatsen
Als u items wilt verplaatsen, kunt u de pijtjes gebruiken.
N.B. Het wil niet altijd zeggen dat het verplaatsen van een item betekent dat het item op een ander moment verwerkt gaat worden. Lees daarvoor het onderwerp “Volgorde van verwerking items” goed door.
Voordat het afdrukken van het eerste gegeven begint, kunt u aangeven met welke waarden de printer moet starten. Deze instellingen met betrekking tot lettertype (inclusief kleur, grootte, attributen) en landscape / portrait kunt u hier opgeven. Bij de “Items” kunt u daarna eventueel afwijkende waarden opgeven.
Standaard zal de lijstgenerator het papier één regel opschuiven na het afdrukken van een rubriekserie. De informatie komt dan direct onder elkaar. Wilt u daarvan afwijken, dan kunt u dat via dit tabblad aangeven.
Normaal gesproken (standaard) zal een lijst die gemaakt wordt via de lijstgenerator voorzien zijn van de bekende ORIfin-kopregels. Wilt u die kopregels niet hebben of wilt u eigen kopregels toevoegen aan de ORIfin-kopregels, geef dat dan aan op dit tabblad.
Kopregels worden direct onder elkaar geprint, waarbij lege koperegels worden overgeslagen. Wilt u een lege kopregel printen, geef dan het volgende op: “{}”. (Accolade openen en sluiten.)
Binnen een lijstdefinitie kunt u werken met tellers. Deze tellers zijn genummerd van 1 tot en met 99. U kunt een lijstdefinitie leesbaarder maken door namen aan de gebruikte tellers toe te kennen. Dat kunt u op dit tabblad doen.
Binnen een lijstdefinitie kunt u werken met schakelaars. Deze tellers zijn genummerd van 1 tot en met 99. U kunt een lijstdefinitie leesbaarder maken door namen aan de gebruikte tellers toe te kennen. Dat kunt u op dit tabblad doen.
Elders in deze beschrijving kunt u iets lezen over het catalogiseren van lijstdefinities. Op dit tabblad kunt u aangeven onder welke trefwoorden de lijst teruggevonden moet kunnen worden.
Hier kunt u vrij commentaar invoeren dat wordt meegenomen met de lijstdefinitie. U kunt hier bijvoorbeeld het doel van de lijst aangeven.
Hiervoor werd beschreven hoe een lijstdefinitie in grote lijnen in elkaar kan worden gezet. Hierna gaan we in op de specifieke zaken die u per item aan kunt geven.
In deze beschrijving worden de belangrijkste opties beschreven. De ervaren lijstgenerator-gebruiker zal er geen moeite mee hebben om zelf achter de “diepere” zaken te komen.
Als u in de tabel met items dubbelklikt op een regel (of u selecteert een regel en klikt op “Wijzig gesel. item”) komt u in het midden van het scherm terecht.
Item: rubriek, constante, teller of functie
De linkerkant van het middenscherm bepaald welk type item het betreft: is het een rubriek, een constante, een teller of een (losse) functie?
Bij het opgeven van een nieuw item komen alle tabbladen naar voren, als u een item wijzigt komt alleen het betreffende tabblad naar voren. Is de item een rubriek, dan kunt u kiezen tussen twee tabbladen: een tabblad met een overzicht van alle rubrieken of een tabblad waarop u rechtstreeks één rubriek kunt kiezen.
Automatisch 1 spatie NA elke rubriek
Onder de tabbladen is de mogelijkheid om aan te geven dat er, bij het opgeven van nieuwe items, automatisch een spatie moet komen tussen de diverse items.
Aanvinken meerdere rubrieken in één keer
Een rubriek selecteert u door deze op te roepen via het tabblad “1 rubriek” of door een rubriek aan te vinken in tabblad “rubrieken”. Het is echter ook mogelijk om meerdere rubrieken aan te vinken en deze dan op te slaan. Dit geeft u de mogelijkheid om op een zeer snelle manier een nieuwe lijst te genereren: klik op alle rubrieken die u af wilt drukken, zorg er voor dat “Automatisch 1 spatie NA elke rubriek” staat aangevinkt, druk op “Opslaan” en schuif eventueel de diverse geselecteerde rubrieken naar juiste plaats met de pijltjes rechtsboven de tabel met items.
Aan de rechterkant van het middenscherm kunt u de kenmerken opgeven van het item (of de items) die u aan de linkerkant heeft geselecteerd. Deze kenmerken beschrijven we hierna per tabblad.
U moet hier aangeven van welke rubriekserie het item deel uitmaakt. Bij het uitvoeren van de lijstdefinitie worden de rubriekseries in oplopende volgorde verwerkt. (Zie “De volgorde van verwerking: Items en R-series”.)
U kunt hier ook aangeven of u wilt afwijken van de normale volgorde van verwerken van R-series door te springen naar een andere R-serie.
N.B. Als u onjuist terug springt naar een lagere R-serie kunt u een zogenaamde “loop” in het programma veroorzaken.
Len/Beg (= lengte / beginpositie)
Als u niet alle posities van het item wilt afdrukken, geef dat dan hier op.
Elk item dat u gaat verwerken zal normaal gesproken per relatie worden gebruikt. Het kan echter ook zijn dat u bepaalde items alleen wilt verwerken in de zogenaamde voor-bewerking of na-bewerking. (Zie “De volgorde van verwerking: Items en R-series”.)
Ook kunt u hier aangeven of u het item echt wel afgedrukt wilt hebben. Bijvoorbeeld: als het item een constante is waar u alleen maar mee wilt vergelijken, dan zult u dat item niet af willen drukken. U kunt dat dan hier opgeven.
De manier waarop een rubriek weergegeven moet worden wordt in eerste instantie door de lijstgenerator zelf bepaald. Selecteert u een datum-rubriek, dan zal de weergave “datum / tijd” zijn. Selecteert u een numerieke rubriek of een teller, dan zal de weergave “getal” zijn. Op dit tabblad kunt u zelf bepalen hoe u een item weer wilt geven. Denk er aan dat u door onjuiste opgaven merkwaardige resultaten kunt krijgen, bijvoorbeeld als u een datum gaat afdrukken als “Bedrag”.
Als u een item wilt weergeven als “datum / tijd” (zie “Weergave”) kunt u hier specificeren hoe u zo’n item exact wilt weergeven.
De inhoud van het item kunt u tellen in tellers. Als u dat wilt doen, geeft u dat aan op dit tabblad. U moet dan ook aangeven op welke wijze er geteld moet worden. Het is mogelijk om in twee tellers tegelijk te tellen.
Als het item niet altijd verwerkt moet worden maar alleen onder voorwaarden, dan moet u dat op dit tabblad aangeven. Er kunnen maximaal drie voorwaarden worden opgegeven. (Zie verder ook “Vergelijkingen / voorwaarden” en hierna “Vergelijken”.) De voorwaarden kunnen gelden voor:
- alleen dit item
- dit item en de overige items van dezelfde R-serie
- dit item en de rest van de bewerking voor de huidige relatie
- dit item en de rest van de lijst
De stand van een schakelaar kan dus eventueel zelfs bepalen dat het uitvoeren van de lijstdefinitie direct moet stoppen.
Als er met dit item een vergelijking uitgevoerd moet worden, bijvoorbeeld op grond van waarvan andere items al dan niet verwerkt moeten worden, dan geeft u dat hier aan. Op grond van één vergelijking kunnen maximaal drie schakelaars aan- of uitgezet worden. (Zie verder ook “Vergelijkingen / voorwaarden” en hiervoor “Schakelaars”.)
De diverse items binnen een R-serie worden direct achter elkaar afgedrukt. Wilt u echter precies aangeven waar een item binnen een printregel moet verschijnen, geef dan hier de positie op. U kunt die positie opgeven in printposities, millimeters of pixels.
De opgave kunt u zowel doen voor het begin en het eind van het item. Ook kunt u eventueel aangeven dat de limiet geforceerd moet worden door eventuele gegevens weg te laten.
Bij de start van de uitvoering van de lijstdefinitie zal worden begonnen in het standaard lettertype van de printer, tenzij u anders heeft aangegeven. (Zie “Tabblad basisinstellingen”.) Hier kunt u andere waarden opgeven.
De extra opties staan verdeeld over meerdere tabbladen. De extra opties worden hierna genoemd met in de meeste gevallen voorbeelden in plaats van een uitgebreide uitleg. De extra opties zijn genummerd. De nummering is echter alleen voor intern gebruik.
“Albert Jan” wordt “A.J.”
“ORIfin” wordt “O R I f i n”
Spatie tussen 4e en 5e positie (postcode)
“1901RG” wordt “1901 RG”
Item verwerken tot eerste spatie
“Albert Jan” wordt “Albert”
Verwerk rubrieknaam i.p.v. inhoud rubriek
Rubriek 200 geeft in dit geval NIET de naam van de relatie maar de tekst “* Volledige naam” zoals dat in de beschrijving van de database relaties staat gedefinieerd.
Item = naam op te starten programma
Bijvoorbeeld: “IExplore”
Item = parameters op te starten programma
Bijvoorbeeld: “http://www.orifin.eu”
Bijvoorbeeld: “c:\diverse uitvoer\lijst.txt”
Normaal gesproken worden spaties weergegeven in plaats van het item als het item om bepaalde voorwaarden niet weergegeven hoeft te worden. Door deze extra optie aan te kruisen wordt er echter niets weergegeven, dus ook geen spaties.
Met deze optie kunt u eenvoudig enkele of dubbele quotes toevoegen voor en achter het betreffende item. Deze optie zal vaak worden gebruikt als de lijstdefinitie wordt gebruikt om een CSV-bestand aan te maken.
Met deze optie kunt u aangeven dat er een scheidingsteken voor en/of na het betreffende item moet komen. Deze optie zal vaak worden gebruikt als de lijstdefinitie wordt gebruikt om een CSV-bestand aan te maken.
AFDRUKKEN LIJSTEN: “Overzichten met behulp van lijstdefinitie” (PrLyst)
Het printprogramma van de lijstgenerator geeft de mogelijkheid om van een aangegeven relatie-selectie een lijst te vervaardigen, gebruik makend van een lijstdefinitie.
Als u in de expert-mode zit kunt u de lijstdefinitie aanpassen nadat deze is ingelezen. Deze optie is bedoeld om een definitie tijdelijk aan te passen. Wilt u de wijziging definitief maken, dan zult u dat moeten doen in het programma waarmee de lijstdefinities worden gegenereerd.
U kunt expert-mode alleen aanzetten als u beheersrechten heeft voor dit programma.
De beste manier om te kijken of uw lijstdefinitie ook doet wat de bedoeling was is om de uitvoer naar het scherm te sturen. Alles moet daar op dezelfde wijze worden weergegeven als op de printer. Een en ander hangt echter wel af van de opties die u gebruikt. Zo kunnen er kleurverschillen zijn tussen beeldscherm en printer en ook kunnen er lettertypes zijn die er op een beeldscherm anders uitzien dan op de printer. Toch zal de uitvoer naar het scherm als voorbeeld altijd prima functioneren.