ORIfin heeft een eigen systeem voor het maken en opslaan van back-ups. Bij het maken van een back-up moet een keuze worden gemaakt tussen de diverse onderdelen van ORIfin waar een back-up van gemaakt kan worden. Elk onderdeel heeft binnen elke administratie een eigen map waar de back-ups worden opgeslagen. Deze back-ups noemen wij de “dagelijkse back-ups”.
Naast de dagelijkse back-ups kent ORIfin ook de archief-back-ups. Ook hierbij is het zo dat elk onderdeel binnen elke administratie een aparte map toegewezen krijgt. Het is de bedoeling om deze archief-back-ups op een andere drive te plaatsen dan de dagelijkse back-ups. Op deze manier voegt u een extra level toe aan de beveiliging.
Alle back-up bestanden binnen ORIfin hebben de extensie .Orb (ORIfin back-up bestand).
Een back-up bestand is ook een prima middel om bestanden uit te wisselen, bijvoorbeeld tussen verschillende administraties binnen uw eigen ORIfin of tussen u en de helpdesk van de leverancier.
Het programma back-up/restore heeft ook de mogelijkheid om een groot bestand op te splitsen in diverse kleinere stukken van 2MiB (MeBiByte). [2 MiB = 2.097.152 bytes] Deze mogelijkheid kunt u apart kiezen door middel van een knop bovenaan het scherm OF als optie tijdens het maken van een back-up.
Om het ORIfin-gebruikers eenvoudiger te maken om e-mail te versturen vanuit het programma naar de helpdesk van de leverancier kunt u hiervoor een programma opstarten via de rechter muistoets. Dit programma is uitermate geschikt voor het verzenden van meldingen en met name back-ups.
Voorbeeldscherm programma
Voordat een e-mail kan worden verzonden vanaf een ORIfin-werkplek zal de ORIfin-beheerder enkele zaken moeten instellen via programma ”Algemene set-up ORIfin“. Eén van de instellingen betreft de maximale wachttijd in seconden nadat een e-mail is verzonden. Na die maximale wachttijd moet ORIfin aannemen dat de mail is geaccepteerd, ook als er geen akkoord-melding is teruggekomen van de mailserver. Hieronder ziet u de betreffende vragen in “Algemene set-up ORIfin”:
➔ N.B. Voor een SMTP-server is het vrijwel nooit nodig om een gebruikersnaam en wachtwoord op te geven, omdat die SMTP-server in de meeste gevallen een server is van uw eigen e-mail provider, waarbij u al bent ingelogd. Is die verificatie wel nodig, dan kunt u het betreffende vakje aankruisen, waarna u de gebruikersnaam en het wachtwoord op kunt geven.
Aan elke ORIfin-mail kunt u bijlagen hangen, net zoals u dat kunt doen bij een mail verzonden vanaf een e-mail programma zoals Thunderbird of Outlook. U kunt op twee manieren bijlagen toevoegen aan een mail.
Wilt u ORIfin-back-ups als bijlagen meesturen, kan is het voldoende om de vakjes aan te kruisen van de onderdelen die u mee wilt sturen. De back-ups worden dan speciaal voor het mailen aangemaakt en worden (mits u het vinkje niet weghaalt) na het mailen ook weer automatisch weggehaald.
De optie om mail te sturen naar andere adressen dan naar onze helpdesk werkt nog niet. U kunt dus alleen aankruisen “Helpdesk”.
Via het rechterdeel van het bijlagenscherm kunt u elke willekeurige bijlage toevoegen die u maar wenst. Dit kunnen ook back-ups zijn die u al klaar heeft staan.
Het programma deelt automatisch de bijlagen op in meerdere losse stukken als de bijlagen tesamen groter zijn dan 2 MiB.
Bovenin het programma moet u nog aangeven welke prioriteit de betreffende mail heeft. Uiteraard zal de mail belangrijk zijn, anders zou u deze niet sturen. Maar probeer zo goed mogelijk een reële prioriteit aan te geven. Dat helpt ons met de beoordeling ervan bij het eventueel oplossen van het toegestuurde probleem.
U kunt de tekst van de mail zowel invoeren in “platte” tekstformaat als in (vereenvoudigd) HTML-formaat. Voorlopig wordt echter de tekst in alle gevallen in platte tekstformaat verzonden.